complementeren

Niet te verwarren met: complimenteren

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  complementeren    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• com·ple·men·te·ren

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding van complement

Werkwoord

complementeren

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
complementeren	complementeerde	gecomplementeerd
zwak -d	volledig

1. iets volledig maken

   ▸ "Met Theo complementeren we onze selectie. Met zijn leeftijd en ervaring zal hij zowel op het veld als daarbuiten een belangrijke rol gaan spelen in onze spelersgroep."

   ▸ Bayern München is de favoriet in groep E, met FC Barcelona als goede nummer twee. Benfica en Dinamo Kiev complementeren de poule.

Synoniemen

• afronden, vervolledigen, completeren, aanvullen

Vertalingen

    1. iets volledig maken   

Engels: complementing (en), complementation (en),

Gangbaarheid

• Het woord complementeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.