• clair·voy·ant
enkelvoud meervoud
naamwoord clairvoyant clairvoyants
verkleinwoord

de clairvoyantm

  1. iemand die helderziend is of doet alsof hij dat is
stellend
onverbogen clairvoyant
verbogen clairvoyant
partitief clairvoyants

clairvoyant

  1. helderziend, profetisch, voorspellend, paragnostisch, telepatisch
     En ware het een droom geweest , dan zou dit alleen bewijzen , dat zij in den slaap was clairvoyant geweest ; maar in wakenden toestand was zij het dikwijls.[2]
54 % van de Nederlanders;
58 % van de Vlamingen.[3]
  1. clairvoyant op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron
    W. Gregory
    “Levensmagnetisme en zijn verschijnselen”, digitale editie (1897), p. 62
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


  enkelvoud meervoud
  mannelijk   clairvoyant clairvoyants
  vrouwelijk   clairvoyante clairvoyantes
  • Samenstelling van clair en het tegenwoordig deelwoord voyant.

clairvoyant

  1. clairvoyant, helderziend
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  le         les      

clairvoyant m

  1. helderziende