paragnostisch
- pa·ra·gnos·tisch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | paragnostisch | paragnostischer | |
verbogen | paragnostische | paragnostischere | |
partitief | paragnostisch | paragnostischers | - |
paragnostisch
- betrekking hebbend op de paragnosie
- Het woord paragnostisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.