christusvis
- Geluid: christusvis (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
- chris·tus·vis
- samenstelling van christus en vis zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | christusvis | christusvissen |
verkleinwoord | christusvisje | christusvisjes |
de christusvis m
- (straalvinnigen) Sciades proops een straalvinnige vis uit de familie van christusvissen (Ariidae ), orde meervalachtigen (Siluriformes ), die voorkomt in het westen en het zuidwesten van de Atlantische Oceaan
- zeemeervallen, meervalachtigen, meervallen en karperachtigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, gewervelden, chordadieren, dieren
- Het woord 'christusvis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.