christus
Niet te verwarren met: Christus |
- chris·tus
- van Christus en , gespeld met een kleine letter volgens spellingregel 16.S
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | christus | christussen |
verkleinwoord | christusje | christusjes |
de christus m
- afbeelding van Jezus Christus
- De christus bij de ingang is van wit marmer.
- Christus (officiële schrijfwijze tot 2006)
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijwoord
christus
- (krachtterm) in hoge mate
- Waar was je, ik heb christus vaak geprobeerd je te bellen.
- Het woord christus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "christus" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be