Nederlands

 
siddermeerval (Bagre marinus)
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • meer·val·ach·ti·gen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord meervalachtigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de meervalachtigenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord meervalachtige
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (straalvinnigen) een orde Siluriformes   van vissen. Bekende families zijn de echte meervallen, pantsermeervallen, katvissen, en de christusvissen   of zeemeervallen. Sommige soorten, vooral meervallen, kunnen honderden kilo's zwaar worden en meters lang, maar de meeste soorten blijven aanzienlijk kleiner. Sommige soorten kunnen elektrische schokken toedienen of hebben giftige stekels
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)


Gangbaarheid

Meer informatie