houtmeervallen
- (IPA in voorbereiding)
- hout·meer·val·len
- samenstelling van hout zn en meervallen zn
- houtmeerval zn met de uitgang -en
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | houtmeervallen | |
verkleinwoord |
de houtmeervallen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord houtmeerval
- meervoudsvorm als officiële benaming (straalvinnigen) een familie Auchenipteridae in de orde van meervalachtigen (Siluriformes ). Deze familie wordt aangetroffen in rivieren van Panama tot Argentinië
- [2] meervalachtigen, meervallen en karperachtigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, chordadieren, dieren
- Het woord 'houtmeervallen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.