• chau·vi·nis·me
  • van Frans chauvinisme, eponiem, op te vatten als afgeleid met het achtervoegsel -isme van de familienaam van Nicolas Chauvin  : eerst een buitengewoon nationalistische soldaat in verhalen over het leger van Napoleon, later bekend geworden als personage in het toneelstuk La Cocarde Tricolore van de gebroeders Cogniard   uit 1831, geschreven met een kleine letter volgens spellingregel 16.C; in de betekenis van ‘overdreven vaderlandsliefde’ voor het eerst aangetroffen in 1890 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord chauvinisme -
verkleinwoord - -

het chauvinismeo

  1. blinde ingenomenheid met alles van en in het eigen land, blinde vaderlandsliefde
95 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[3]


  • afgeleid met het achtervoegsel -isme van "chauvin", eponiem van Nicolas Chauvin  : eerst een buitengewoon nationalistische soldaat in verhalen over het leger van Napoleon, later bekend geworden als personage in het toneelstuk La Cocarde Tricolore van de gebroeders Cogniard   uit 1831
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  hypnotisme     le chauvinisme     chauvinismes     les chauvinismes  

chauvinisme m

  1. chauvinisme