Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • chas·sis·num·mer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord chassisnummer chassisnummers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het chassisnummero

  1. (verkeer) (juridisch) een unieke identificatiecode die alle toegelaten wegvoertuigen moeten hebben
     De RDW mag alleen controleren of er niet met het chassisnummer is geknoeid en/of het voertuig niet als gestolen staat geregistreerd. Is alles in orde, dan moet de RDW de auto een Nederlands kenteken geven. Met alle gevolgen vandien.[2]
     De 34-jarige man wilde zich bij een controle op de A12 bij Zevenaar niet legitimeren. De politie controleerde vervolgens de auto en ontdekte een mobilofooninstallatie in het handschoenenkastje. Toen de politie het chassisnummer checkte bleek de Volkswagen Golf een burgerwagen van de politie Haaglanden te zijn.[3]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Europese autowrakken op Nederlandse weg” (05-10-2011), NOS
  3.   Weblink bron “Litouwer in politieauto betrapt” (30-06-2012), NOS