• cal·cu·la·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord calculatie calculaties
verkleinwoord

de calculatiev

  1. berekening (van de kostprijs)
    • Volgens een eigen calculatie moeten de bezoekersaantallen met 10% stijgen om uit de rode cijfers te komen. 
99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]