• IPA: /ˈkwen.ta/
  • cuen·ta
enkelvoud meervoud
cuenta cuentas

cuenta v

  1. (het) tellen, (het) rekenen
  2. telling, berekening, calculatie
  3. rekening, factuur, nota
  4. verplichting, verantwoordelijkheid
  5. rekenschap
vervoeging van
contar

cuenta

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van contar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van contar