buigspier
- buig·spier
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | buigspier | buigspieren |
verkleinwoord |
- (anatomie) spier die zorgt dat een ledemaat buigt
- ▸ De Braziliaan Gustavo Kuerten onthulde na de wedstrijd dat hij sukkelt met een blessure aan de buigspieren van de rechterheup.[2]
- ▸ Na verloop van tijd kan er ook verkorting van de buigspieren van de tenen optreden, met hamertenen als gevolg. Bij langdurig dragen van slippers zou ook heup- en lage rugpijn kunnen optreden.[3]
- Het woord buigspier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "buigspier" herkend door:
66 % | van de Nederlanders; |
65 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron bvb“Kuerten uitgeschakeld in eerste ronde Australian Open” (14/01/2002), De Standaard
- ↑ Weblink bron “Flipflops: doe ze je voeten niet aan” (09/07/2009), De Standaard
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be