Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • brons·tijd·perk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bronstijdperk -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het bronstijdperko

  1. (geschiedenis) prehistorische cultuurperiode, volgende op het steentijdperk en voorafgaande aan het ijzertijdperk, van de bronzen gereedschappen (ca. 3000 tot 800 voor Christus)
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie