Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • broei·kas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord broeikas broeikassen
verkleinwoord broeikasje broeikasjes

Zelfstandig naamwoord

de broeikasv / m

  1. een met glas overdekte kas voor het kweken van gewassen
    • In de zeventiende eeuw was de Europese elite in de ban van de ananas. Maar wat er ook werd geprobeerd, zelfs de beste botanici lukte het maar niet om de exotische vrucht hier te kweken. In Europa was het gewoon te koud en het weer te wisselvallig. Maar de uitvinding van de verwarmde broeikas bood uitkomst: door bijvoorbeeld de warmte die vrijkomt uit mest te gebruiken in een broeikas, waande een ananasplant zich ook bij slecht weer in de tropen.[3] 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen