• (IPA in voorbereiding)
  • boy·sen·bes
enkelvoud meervoud
naamwoord boysenbes boysenbessen
verkleinwoord boysenbesje boysenbesjes

de boysenbesv / m

  1. (bloemplanten) Rubus loganobaccus × laciniatus × idaeus   een kruising tussen de loganbes, de gewone braam en de framboos. Een boysenbes heeft stekels, is licht aromatisch en is mild van smaak en zwart van kleur. Net als de braam en de loganbes kan de plant als klimplant worden geleid. De bes zou vernoemd zijn naar Rudy (Rudolph  ) Boysen, een boswachter. In zijn vrije tijd hield hij zich bezig met het kruisen van bosbessen