• (IPA in voorbereiding)
  • bos·dron·go
enkelvoud meervoud
naamwoord bosdrongo bosdrongo's
verkleinwoord bosdrongootje bosdrongootjes

bosdrongo

  1. (zangvogels) Dicrurus modestus   een zangvogel uit de familie van de drongo's. De soort komt voor in een groot deel van Afrika ten zuiden van de Sahara. De nominaat van deze soort D. modestus modestus komt voor op het eiland principe, waar het leefgebied onder druk staat door uitbreiding van de landbouw