• bo·no·bo
enkelvoud meervoud
naamwoord bonobo bonobo's
verkleinwoord bonobootje bonobootjes

de bonobom

  1. (primaten) Pan paniscus   een mensaap en daarmee een van de primaten. De bonobo staat samen met haar naaste verwant de chimpansee (Pan troglodytes) van alle levende diersoorten het dichtst bij de mens. De bonobo stond vroeger ook bekend als dwergchimpansee
    • Een duidelijk verschil is dat bonobo's minder geneigd zijn tot geweld dan chimpansees. Geweld onder bonobo's komt voor, maar het is veel minder gebruikelijk en vrijwel altijd ook minder serieus. Daarentegen is seks bij bonobo's een veelvoorkomend verschijnsel met een grote sociale functie 
69 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be