• bom·gat
enkelvoud meervoud
naamwoord bomgat bomgaten
verkleinwoord

het bomgato

  1. galmgat van een klokkentoren waardoor het geluid van de klokken de toren kan verlaten
  2. gat ontstaan door een bominslag
  3. gat waardoor men een ton kan ledigen
71 % van de Nederlanders;
64 % van de Vlamingen.[2]