• tap·gat
enkelvoud meervoud
naamwoord tapgat tapgaten
verkleinwoord

het tapgato

  1. gat in een (bier)ton waardoor men een aftapkraan kan plaatsen
  2. gat met schroefdraad waarin men een bout kan draaien
72 % van de Nederlanders;
75 % van de Vlamingen.[2]