Nederlands

 
1. Een metalen bollenplanter.
Uitspraak
Woordafbreking
  • bol·len·plan·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bollenplanter bollenplanters
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de bollenplanterm

  1. (tuinieren) (gereedschap) werktuig dat een rond gat in de grond maakt met een geschikt omvang en diepte om een bloembol in te stoppen
     Soms kan tuinieren ontaarden in slapstick, bijvoorbeeld wanneer het je een goed idee leek om te investeren in een bollenplanter, omdat je besloten had om het gazon met vijfhonderd narcissen op te vrolijken, en dan bij het planten van de eerste bol al tot de ontdekking komt dat je het nieuw-aangeschafte gereedschap met geen mogelijkheid de grond in kunt krijgen.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Romke van de Kaa
    “Wat is goed tuingereedschap?; Hoedt u voor 'weedkey' en macho-bats” (19 februari 1998) op nrc.nl