Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bol·len·plan·ters
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de bollenplantersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bollenplanter
     Voor het afzonderlijk planten van de bollen zijn speciale bollenplanters te koop.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Bert Huls
    Tijd voor de lente in: De Telegraaf  , jrg. 97 nr. 31632 (27 september 1989), Dagblad De Telegraaf, Amsterdam, p. 35 kol. 8