Boegklamp

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • boeg·klamp
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boegklamp boegklampen
verkleinwoord boegklampje boegklampjes

Zelfstandig naamwoord

de boegklampv / m

  1. (scheepvaart) een geleider voor kabel of touw, een gat door de huid, of een open geleider op de boordrand voor meertouwen e.d.
    • De boegklamp is leioog dat aan bovenkant open is gelaten. 
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid