boegklamp
- boeg·klamp
- samenstelling van boeg en klamp
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boegklamp | boegklampen |
verkleinwoord | boegklampje | boegklampjes |
- (scheepvaart) een geleider voor kabel of touw, een gat door de huid, of een open geleider op de boordrand voor meertouwen e.d.
- De boegklamp is leioog dat aan bovenkant open is gelaten.
- Het woord 'boegklamp' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.