bloemvliegen
- (IPA in voorbereiding)
- bloem·vlie·gen
- samenstelling van bloem zn en vliegen zn
- bloemvlieg zn met de uitgang -en
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bloemvliegen | |
verkleinwoord |
de bloemvliegen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord bloemvlieg
- meervoudsvorm als officiële benaming (tweevleugeligen) Anthomyiidae (samentrekking van Oudgrieks ἄνθος, anthos; "bloem" en μυῖα, muia; "vlieg") een familie uit de orde van de tweevleugeligen (Diptera) en hierbinnen tot de onderorde van de vliegen (Brachycera). Wereldwijd zijn ongeveer 1200 soorten uit deze familie bekend
- [2] bietenvlieg, bonenvlieg, borstelbloemvlieg, brede bloemvlieg, gewone bloemvlieg, grote koolvlieg, koolvlieg, slanke graanvlieg, uienvlieg, varenvlieg, veelknoopvlieg, zuringvlieg
- Het woord 'bloemvliegen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.