borstelbloemvlieg

Nederlands

Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • bor·stel·bloem·vlieg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord borstelbloemvlieg borstelbloemvliegen
verkleinwoord borstelbloemvliegje borstelbloemvliegjes

Zelfstandig naamwoord

de borstelbloemvliegv / m

  1. (tweevleugeligen) Chirosia crassiseta   een vliegensoort uit de familie van de bloemvliegen (Anthomyiidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1908 door Stein
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie