Nederlands

 
Twee bloemvliegen
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • bloem·vlieg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bloemvlieg bloemvliegen
verkleinwoord bloemvliegje bloemvliegjes

Zelfstandig naamwoord

de bloemvliegv / m

  1. (tweevleugeligen) insect uit de familie Anthomyiidae   van de orde van de tweevleugeligen (Diptera) en hierbinnen tot de onderorde van de vliegen (Brachycera). Wereldwijd zijn ongeveer 1200 soorten uit deze familie bekend
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie