Een blauwdruk.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • blauw·druk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord blauwdruk blauwdrukken
verkleinwoord blauwdrukje blauwdrukjes

Zelfstandig naamwoord

blauwdruk m

  1. een directe fotografische kopie in witte lijnen op een achtergrond van Pruisisch blauw
    • Lange tijd was het maken van een blauwdruk de enige manier om van een tekening meerdere kopieën te maken. 
  2. een gedetailleerd ontwerp van iets dat in uitvoering genomen gaat worden
    • De blauwdrukken zijn al gereed en de uitvoering begint volgende maand. 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be