blaasorkest
  • blaas·or·kest
enkelvoud meervoud
naamwoord blaasorkest blaasorkesten
verkleinwoord blaasorkestje blaasorkestjes

het blaasorkesto

  1. (muziek) een orkest dat bestaat uit blaasinstrumenten en vaak ook slaginstrumenten
     Ik verwacht op de bovenkamer van De Granaat weer een dwaze vrolijkheid; het blaasorkest van Jan de Man wordt al gehaald, en heel graag zou ik weer een deuntje of vier, vijf met u schotsen; denkt u dat u uw zuster zover kunt krijgen? Willem AugustijnLeeuwarden, de tiende lentemaandLiefste, vermoedelijk leest u juist de krant, en valt nu uw mondje open van verbazing.[1]
     President Bashir van Sudan is aangekomen in de Nigeriaanse hoofdstad Abuja voor een Afrikaanse top. Mensenrechtengroepen hadden de Nigeriaanse regering opgeroepen Bashir aan te houden om terecht te staan voor genocide in Darfur, maar Bashir werd met ceremonieel onthaal verwelkomd. Een blaasorkest speelde op het vliegveld.[2]
     Tijdens de opening van het WMC, waar ook prinses Máxima bij aanwezig was, werd de cross-over opera 'The Priest and his Servant Balda' uitgevoerd. De opera van Sjostakovitsj dateert uit 1938 en is gemaakt voor de bijzondere combinatie van animatiefilm, klein blaasorkest, koor, solisten en poppenballet.[3]
  1. Gewassen vlees”   (2014), Em. Querido's Uitgeverij  , ISBN 9789021436173
  2.   Weblink bron “Bashir hartelijk ontvangen in Abuja” (14-07-2013), NOS
  3.   Weblink bron “Wereld Muziek Concours van start” (23-09-2011), NOS