binnengaan
- Geluid: binnengaan (hulp, bestand)
- bin·nen·gaan
- samenstelling van binnen en gaan
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
binnengaan |
ging binnen |
binnengegaan |
klasse 7 | volledig |
binnengaan
- ergatief ergens in gaan
- Zij waren gisteren die winkel binnengegaan om een kijkje te nemen.
- ▸ Er kon geen sprake van zijn dat ze haar kleine woonkamer op de benedenverdieping binnen konden gaan, laat staan de keuken, met opluchting stelde hij vast dat het symbolische theedrinken al een gepasseerd station was omdat ze direct naar de slaapkamer boven gingen.[1]
1. ergens in gaan
- Het woord binnengaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "binnengaan" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Blauwe ster” (2016), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628265
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be