bijboot
- bij·boot
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bijboot | bijboten |
verkleinwoord | bijbootje | bijbootjes |
- een klein bootje, dat gebouwd en bestemd is om op een binnenschip te worden meegenomen of als volgboot achter een klein binnenschip of jacht te worden gesleept
- hulpboot
- ▸ De Fluistervink van Kok Jachtbouw is het meest gefilmde bootje van de laatste maanden. Tijdens de Elfstedenzwemtocht van Maarten van der Weijden was dit zijn elektrische bijboot. Kan een sloep 55 uur ofwel 163 kilometer varen op een lading? Ja, dat is bewezen.[4]
- [2] volgboot
1. een klein bootje, dat gebouwd en bestemd is om op een binnenschip te worden meegenomen of als volgboot achter een klein binnenschip of jacht te worden gesleept
- Het woord bijboot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bijboot" herkend door:
42 % | van de Nederlanders; |
42 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Hengeloër terug na hachelijk avontuur” (17-03-2007), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Tobago, golven, palmen en maxi’s” (10 apr. 2018), De Telegraaf
- ↑ Weblink bron EPCO ONGERING“Elektrisch voorbeeld” (29 sep. 2018), De Telegraaf
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be