Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bij·be·ta·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bijbetaling bijbetalingen
verkleinwoord bijbetalinkje bijbetalinkjes

Zelfstandig naamwoord

bijbetaling v [1]

  1. extra hoeveelheid geld die men betaalt boven op de normale prijs voor het verkrijgen van een extra product
     De voorzitter van de NWO noemt hybride tijdschriften een vertragingstechniek om de eigen kassa te blijven vullen. "Deze tijdschriften staan nog steeds achter een betaalmuur en door bijbetaling van ons of universiteiten worden ze openbaar gemaakt."[2]
     De enige krant waar de brexit niet het grootste onderwerp is, is de Daily Mail. Die tabloid heeft gekozen voor een artikel over het coronavirus en de eerste besmettingen in Groot-Brittannië. De krant heeft wel een bijzondere actie: tegen een kleine bijbetaling kunnen lezers een speciale brexit-theedoek krijgen.[3]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Sjors Beukeboom
    “Gratis wetenschappelijke artikelen online, waarom niet (of wel)?” (01-11-2018), NOS
  3.   Weblink bron “Britse voorpagina's luiden nieuwe tijd in, 'bouw het land dat ons is beloofd'” (01-02-2020), NOS