• bi·fur·ca·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord bifurcatie bifurcaties
verkleinwoord bifurcatietje bifurcatietjes

de bifurcatiev

  1. de splitsing of deling in twee takken, zoals bij een vork of gaffel
  2. (aardrijkskunde) het zeldzame verschijnsel dat een rivier zich opsplitst in twee takken met verschillende stroomgebieden
    • Een wereldwijd uiterst zeldzaam natuurverschijnsel is de bifurcatie in de rivier de Hase bij Melle-Gesmold. 
  3. (medisch) de vorkvormige splitsing van de luchtpijp
    • De trachea vertakt zich ter hoogte van de vijfde borstwervel in de linker en de rechter hoofdbronchus. Deze splitsing heet de bifurcatie. 
27 % van de Nederlanders;
46 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be