bezodrazový

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /bɛzɔdrazɔviː/

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het bijvoeglijk naamwoord odrazový met het voorvoegsel bez-

Bijvoeglijk naamwoord

bezodrazový

1. terugslagloos; zonder terugslag

Verbuiging

	enkelvoud				meervoud
	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig
	bezield	onbezield			bezield	onbezield
nominatief	bezodrazový		bezodrazová	bezodrazové	bezodrazoví	bezodrazové		bezodrazová
genitief	bezodrazového		bezodrazové	bezodrazového	bezodrazových
datief	bezodrazovému		bezodrazové	bezodrazovému	bezodrazovým
accusatief	bezodrazového	bezodrazový	bezodrazovou	bezodrazové	bezodrazové			bezodrazová
vocatief	bezodrazový		bezodrazová	bezodrazové	bezodrazoví	bezodrazové		bezodrazová
locatief	bezodrazovém		bezodrazové	bezodrazovém	bezodrazových
instrumentalis	bezodrazovým		bezodrazovou	bezodrazovým	bezodrazovými

Verwante begrippen

• odraz m onbezield