bewolking
Niet te verwarren met: bevolking |
- Geluid: bewolking (hulp, bestand)
- IPA: / bəˈwɔlkɪŋ / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /bə.ˈʋɔɫ.kɪŋ/
- (Vlaanderen, Brabant): /bə.ˈβ̞ɔɫ.kɪŋ/
- (Limburg): /bə.ˈwɔl.kɪŋ/
- be·wol·king
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bewolking | bewolkingen |
verkleinwoord | - | - |
de bewolking v
- het geheel aan wolken dat in de lucht aanwezig is
- Vandaag is er redelijk veel bewolking en waait het best hard.
- ▸ Wie vanochtend vroeg opstond, naar buiten keek en geen last had van bewolking, kon het begin van een totale maansverduistering zien.[1]
1. het geheel aan wolken dat in de lucht aanwezig is
- Het woord bewolking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bewolking" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Maansverduistering gedeeltelijk in Nederland te zien” (16 mei 2022), NOS
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be