bestuursrechtelijk

  • be·stuurs·rech·te·lijk
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen bestuursrechtelijk bestuursrechtelijker bestuursrechtelijkst
verbogen bestuursrechtelijke bestuursrechtelijkere bestuursrechtelijkste
partitief bestuursrechtelijks bestuursrechtelijkers -

bestuursrechtelijk

  1. (juridisch) volgens of over de voorschriften waarmee het openbaar bestuur werkt
  2. (juridisch) van of over de bestuursrechter
  3. (juridisch) van of over de studie van de voorschriften waarmee het openbaar bestuur werkt