besøgscenter

Deens

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ˈbeˈsøˀjsˌsεnˀdʌ /

Woordafbreking

• be·søgs·cen·ter

Woordherkomst en -opbouw

• Samenstelling van  besøg zn "bezoek"  en  center zn "centrum"  met het invoegsel -s- 

Naar frequentie	255188

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	besøgscenter	besøgscentret besøgscenteret	besøgscentre besøgscentrer	besøgscentrene besøgscentrerne
genitief	besøgscenters	besøgscentrets besøgscenterets	besøgscentres besøgscentrers	besøgscentrenes besøgscentrernes

Zelfstandig naamwoord

besøgscenter, o

1. grap, plezier, pret

   «Med vores nye besøgscenter søger vi at imødekomme den stigende EU-interesse og behovet for mere viden om EU, europæisk samarbejde og europæisk demokrati. »

   Met ons nieuwe bezoekerscentrum willen we tegemoet komen aan de groeiende belangstelling van de EU en de behoefte aan meer kennis over de EU, Europese samenwerking en Europese democratie.