beroering
- Geluid: beroering (hulp, bestand)
- IPA: / bəˈrurɪŋ / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /bə.ˈruː.rɪŋ/
- (Vlaanderen, Brabant): /bə.ˈruː.rɪŋ/
- (Limburg): /bə.ˈruː.rɪŋ/
- be·roe·ring
- Naamwoord van handeling van beroeren met het achtervoegsel -ing, opschudding
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beroering | beroeringen |
verkleinwoord | beroerinkje | beroerinkjes |
de beroering v
- onrust door iets veroorzaakt, commotie
- De ontdekking van water op de maan bracht de wereld van de ruimtevaart in beroering.
- ▸ In de tijd dat het slecht ging met Jeroen had een mededeling van zijn kant over ontbrekende documenten zeker voor onwelkome beroering gezorgd.[1]
1. onrust door iets veroorzaakt
- Het woord beroering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "beroering" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be