bergrug
- Geluid: bergrug (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbɛrəxˌrʏx / (2 of 3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈbɛrχrʏχ/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈbɛrxrʏx/
- (Limburg): /ˈbɛrxrʏx/
- berg·rug
- samenstelling van berg en rug
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bergrug | bergruggen |
verkleinwoord | bergrugje | bergrugjes |
de bergrug m
- een langgerekte bergachtige hoogte
- De bergrug leek door weinig passen doorsneden te worden.
- ▸ ‘YeeHaaaaa…’ klonk het opeens vanaf de bergrug boven ons. Een jonge jongen in een Schotse rok kwam keihard in een stofwolk de berg af rennen en sprong onmiddellijk op Pogues rug. Het was de 18-jarige Goldie uit Oostenrijk, een energieke stuiterbal met een opvallend harde stem. Hij gaf me een boks en vertrok meteen de kloof in om water te halen.[1]
1. een langgerekte bergachtige hoogte
- Het woord bergrug staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bergrug" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be