• berg·rug
enkelvoud meervoud
naamwoord bergrug bergruggen
verkleinwoord bergrugje bergrugjes

de bergrugm

  1. een langgerekte bergachtige hoogte
    • De bergrug leek door weinig passen doorsneden te worden. 
     ‘YeeHaaaaa…’ klonk het opeens vanaf de bergrug boven ons. Een jonge jongen in een Schotse rok kwam keihard in een stofwolk de berg af rennen en sprong onmiddellijk op Pogues rug. Het was de 18-jarige Goldie uit Oostenrijk, een energieke stuiterbal met een opvallend harde stem. Hij gaf me een boks en vertrok meteen de kloof in om water te halen.[1]
95 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be