• be·grijp·zaam
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen begrijpzaam (begrijpzamer) (begrijpzaamst)
verbogen begrijpzame (begrijpzamere) (begrijpzaamste)

begrijpzaam

  1. (verouderd) in staat personen of zaken goed te snappen of aan te voelen
    • Ik ben een geduldig en begrijpzaam iemand, maar dit gaat mijn petje te boven.  [2]
  2. (verouderd) geschikt om te worden gesnapt of aangevoeld
    • Merkwaardig, maar begrijpzaam, is het feit dat de schadelijke gevolgen voor de beroepsspelers eerder zuilen geminimaliseerd worden dan voor de amateurs.  [3]