bedonderen
- Geluid: bedonderen (hulp, bestand)
- be·don·de·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bedonderen |
bedonderde |
bedonderd |
zwak -d | volledig |
bedonderen
- overgankelijk (pejoratief) aan bedrog onderwerpen
- Hij bedonderde de boel danig.
- Het woord bedonderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bedonderen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ bedonderen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be