bedienen
- be·die·nen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bedienen |
bediende |
bediend |
zwak -d | volledig |
bedienen
- overgankelijk eten en of drinken brengen in een horecagelegenheid
- De serveerster bediende de klanten in het restaurant.
- het laten werken van machines
- Hij bediende de slijpmachine op een heel vaardige manier.
1. eten en of drinken brengen in een horecagelegenheid
- Het woord bedienen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bedienen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bedienen |
bediente |
bedient |
volledig |
- be·die·nen
bedienen