bedenkelijk
- Geluid: bedenkelijk (hulp, bestand)
- IPA: /bəˈdɛŋkələk/
- be·den·ke·lijk
- Naamwoord van handeling van bedenken met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-
bedenkelijk
- op een wijze die van enig bedenk, van twijfel of van bezorgdheid blijk geeft
- Hij schudde bedenkelijk met het hoofd.
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | bedenkelijk | bedenkelijker | bedenkelijkst |
verbogen | bedenkelijke | bedenkelijkere | bedenkelijkste |
partitief | bedenkelijks | bedenkelijkers | - |
bedenkelijk
- wat bezorgdheid of afkeuring opwekt
- De toestand is en blijft dus zeer bedenkelijk.
- wat het gevolg is van afkeuring en zorgen
- De zaak is zeer bedenkelijk.
- van bedenkelijk niveau
1. wat bezorgdheid of afkeuring opwekt
De zaak is zeer bedenkelijk.
|
van bedenkelijk niveau
|
- Het woord bedenkelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bedenkelijk" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ 1,0 1,1 “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be