• bank·kaart
enkelvoud meervoud
naamwoord bankkaart bankkaarten
verkleinwoord bankkaartje bankkaartjes

de bankkaartv / m

  1. (financieel), (economie) (België) door een bank afgegeven legitimatiebewijs dat in combinatie met een pincode gebruikt kan worden voor elektronisch geldverkeer bij betaal- en geldautomaten
89 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be