bandstaartbuizerd

Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • band·staart·bui·zerd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bandstaartbuizerd bandstaartbuizerds
verkleinwoord bandstaartbuizerdje bandstaartbuizerdjes

Zelfstandig naamwoord

de bandstaartbuizerdm

  1. (havikachtigen) Buteo albonotatus   een roofvogel uit de familie van de Accipitridae  . Deze grote, slanke vogels hebben een zwart verenkleed met lichtgrijze blokjes op de pennen. Op de staart bevinden zich drie witte tot lichtgrijze banden, vandaar de naam. De lichaamslengte bedraagt 55 cm met een vleugelspanwijdte van 140 cm
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie