bandstaart

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bandstaart    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• band·staart

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  band zn  en  staart zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	bandstaart	bandstaarten
verkleinwoord	bandstaartje	bandstaartjes

Zelfstandig naamwoord

de bandstaart m

1. (zoötomie) dier met een staart waar een band overheen loopt

Afgeleide begrippen

• bandstaartbaardkolibrie, bandstaartbananeneter, bandstaartbuizerd, bandstaartdoornkruiper, bandstaartduif, bandstaartmanakin, bandstaartmierklauwier, bandstaartoropendola, bandstaartsierragors, bandstaartsjakohoen, bandstaarttrogon

Gangbaarheid

• Het woord 'bandstaart' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.