En bakerbutikk
Een bakkerswinkel
  • ba·ker·bu·tikk
Naar frequentie zeldzaam
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   bakerbutikk     bakerbutikken     bakerbutikker     bakerbutikkene  
genitief   bakerbutikks     bakerbutikkens     bakerbutikkers     bakerbutikkenes  

bakerbutikk [1], m

  1. (handel) bakkerij, bakkerswinkel, bakkerszaak
    «På venstre side av porten var det bakerbutikk og enda det var om ettermiddagen, duftet det av ferskt bakverk.»
    Aan de linkerkant van de poort was er een bakkerswinkel en hoewel het in de middag was, rook het naar vers gebak.
  1. Det Norske Akademis ordbok (NAOB) bakerastma(in het Noors; geraadpleegd 2019-10-02)