Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bak·kers·zaak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bakkerszaak bakkerszaken
verkleinwoord bakkerszaakje bakkerszaakjes

Zelfstandig naamwoord

de bakkerszaakv / m

  1. een winkel waar bakkerijproducten verkocht worden
    • Deze bakkerszaak betrekt zijn producten voornamelijk van een broodfabriek. 
Vertalingen

Gangbaarheid