badstove
- bad·sto·ve
- Afkomstig van het Oudnoordse zelfstandige naamwoord baðstofa
- Samenstelling van bad zn "bad, sauna" en stove zn "hut, kamer"
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | badestove | badstova | badestover | badestovene |
badstove, v
-
[1]:Ein badstove
Een Sauna
|
- [1]: badstovebad zn
- [1]: badstovebenk zn
- [1]: badstoveomn zn
- [1]: badstoverøykt zn
- [2]: ta badstove etter treninga
een sauna nemen na de training