baanvak
- baan·vak
- samenstelling van baan en vak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | baanvak | baanvakken |
verkleinwoord | baanvakje | baanvakjes |
het baanvak o
- (spoorwegen) een stuk spoor tussen twee punten, traject
- Dit baanvak is gesloten voor reparatiewerkzaamheden.
- Het woord baanvak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "baanvak" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be