• böhm·eek·hoorn
enkelvoud meervoud
naamwoord böhmeekhoorn böhmeekhoorns
verkleinwoord böhmeekhoorntje böhmeekhoorntjes

de böhmeekhoornm

  1. (knaagdieren) Paraxerus boehmi   knaagdier uit de familie van de eekhoorns (Sciuridae). De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Reichenow in 1886