asymptomatisch

Niet te verwarren met: asymptotisch

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  asymptomatisch    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌasɪmptoˈmatis / (5 lettergrepen)

Woordafbreking

• asymp·to·ma·tisch

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van symptomatisch met het voorvoegsel a-, aangetroffen vanaf 1933 (zie vindplaats hieronder)

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	asymptomatisch	asymptomatischer
verbogen	asymptomatische	asymptomatischere
partitief	asymptomatisch	asymptomatischers	-

Bijvoeglijk naamwoord

asymptomatisch

1. (medisch) zonder ziekteverschijnselen

   ▸ Overigens is het ook niet zo dat het virus zich helemaal stilhoudt in de zestig jaar die zit tussen waterpokken en gordelroos, vertelt Verjans. „Mensen scheiden het virus soms asymptomatisch uit, via de mond.

   ▸ Asymptomatisch mag men alleen de gevallen noemen, waarbij nooit clinische symptomen voorkomen, die verraden, dat het dier geïnfecteerd is.

Afgeleide begrippen

• asymptomatische besmetting

Vertalingen

    1. zonder ziekteverschijnselen   

Engels: asymptomatic (en) Pools: bezobjawowy (pl) Portugees: assintomático (pt) m, assintomática (pt) v

Spaans: asintomático (es) Tsjechisch: asymptomatický (cs)

Gangbaarheid

• Het woord asymptomatisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.